SMV spaarde kosten nog moeite om haar caravans op alle fronten te laten uitblinken. Dat zien we direct al terug in de bolle, ronde opbouw, die een duur productieproces vergde. Deze druppelvorm biedt echter de meet optimale aerodynamica, welk de zijwindgevoeligheid drastisch reduceert en bij hogere snelheden minder vermogen van de trekkende auto vraagt
Naar goed Scandinavisch gebruik gaf SMV haar caravans echte wintersporteigenschappen mee. Men paste een geïsoleerde vloer en een dubbelwandige opbouw met aluminium beplating toe, aan een houten frame gespijkerd. Verder koos men voor een zeer effectieve petroleumkachel en later een gerieflijke vloeistof-ringverwarming, type ‘Lange Jan’. In de tweede helft van de jaren ’60 deden zelfs dubbel uitgevoerde kunststof ramen hun intrede. Elke SMV werd geheel met de hand vervaardigd en dat weerspiegelt zich onder meer in het prachtig afgewerkte interieur, waar een heel specifieke sfeer hangt, zoals ze die alleen in Scandinavië kunnen creëren.
Bij de modellen uit de jaren ’60 bereikte dit zijn hoogtepunt, dankzij de keuze voor cederhout, dat zich kenmerkt door zijn – indien natgemaakt – buigzame karakter. Dat maakte het mogelijk vele rondingen aan te brengen, die voor een vriendelijke aanblik zorgen en tegelijkertijd voorkomen dat de gebruiker zich pijnlijk kan stoten. Meteen ook een stukje veiligheid, dus! De SMV-fabriek te Örebro deed al vroegtijdig de weinig verfijnde oplooprem in de ban en introduceerde een geraffineerd alternatief, in de vorm van een elektrisch en later elektronisch systeem met magneten, bedacht door Linde. Het reageert uitermate soepel, ongemerkt in feite, op het signaal dat het remcircuit van de auto afgeeft.
Sowieso staan SMV’s bekend om hun stabiele wegligging, mede bereikt door de toepassing van bladveren, waar de meeste caravans een ‘onrustiger’ torsieas bezitten. Misschien wekken de diverse bijzondere eigenschappen en toepassingen de indruk dat SMV’s met een hoge eigen massa kampen, maar het tegendeel blijkt waar: ze excelleren dankzij een heel streng fabrieksbeleid op dat vlak juist in gewichtsbesparing. De oudere modellen mogen zelfs een autokenteken dragen, doordat de maximaal toegestane totaalmassa onder de 750 kilogram blijft. Speciaal deze typen lenen zich dus bij uitstek om door een oldtimer of een compact modern voertuig getrokken te worden.